Indiëherdenking 2025 – toespraak burgemeester

Toespraak burgemeester Avine Fokkens-Kelder bij de Indiëherdenking in Heerenveen,15 augustus 2025. Alleen het gesproken woord geldt.


Geachte aanwezigen,

Vandaag staan we stil.
Stil bij een periode die diepe sporen heeft nagelaten in levens, in families, in generaties. De Tweede Wereldoorlog in Azië en de nasleep in Nederlands-Indië daarvan hebben veel leed toegebracht. Leed dat niet altijd is gezien en niet altijd is gehoord.

Wij zijn hier om te herdenken. Om de namen en verhalen levend te houden van hen die hun leven verloren en van hen die geleden hebben in kampen, in oorlog, in onvrijheid. En ook om stil te staan bij de kracht van hen die terugkeerden, die opnieuw een bestaan moesten opbouwen, vaak met pijnlijke herinneringen in hun hart.

Herdenken is niet alleen terugkijken

Herdenken is niet alleen terugkijken. Het is ook erkennen wat is gebeurd en leren hoe wij, samen, ervoor zorgen dat vrijheid en rechtvaardigheid nooit als vanzelfsprekend worden gezien.

Op 5 mei 1945, inmiddels 80 jaar geleden, eindigde de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Maar die vrijheid gold niet voor iedereen binnen het Koninkrijk. In Nederlands-Indië – het huidige Indonesië – duurde de oorlog nog voort tot 15 augustus 1945. Waar we in Europa bij de Tweede Wereldoorlog vooral denken aan de Duitse bezetting, de Jodenvervolging, de concentratiekampen en het verzet, voltrok zich aan de andere kant van de wereld een oorlog met andere verschrikkingen.
Daar heerste de Japanse bezetting, de interneringskampen en de dwangarbeid aan de spoorlijnen. Toen Japan zich op 15 augustus 1945 overgaf, werd de vrijheid in Indonesië niet gevierd, want meteen daarna begon een nieuwe oorlog, de onafhankelijkheidsoorlog, die nog eens vijf jaar zou duren.

We herdenken vanavond ook de slachtoffers uit onze gemeente die als militair veel te jong hun leven lieten in Nederlands-Indië in de periode ná de Japanse bezetting.

Hun namen staan gegraveerd in de gedenksteen van dit monument.

• Sake Heemstra was 19 jaar oud toen hij stierf in Batavia.
• Lieuwe van der Molen, sneuvelde op 11 maart 1949 op 22 jarige leeftijd in Kediri.
• Pieter Roda was 22 jaar toen hij begin 1949 vermist raakte op Sumatra.
• Sybren Smilde uit Heerenveen liet het leven op 27-jarige leeftijd in Batavia.
• En Gerrit Vis uit Schoterland was 21 jaar toen hij samen met drie andere militairen met hun voertuig op een mijn reed in Java en daarbij om het leven kwam.

Vijf jonge mannen die tussen 1945 en 1950 als dienstplichtige of beroepsmilitair werden uitgezonden en die niet terugkeerden naar hun familie en vrienden.
We lezen hun namen hier. Als blijvende herinnering aan levens die te vroeg werden afgebroken.

De duizenden militairen die wél terugkeerden naar Nederland en hun leven hier weer wilden oppakken, kwamen in een land terecht waar weinig begrip was voor de ellende die zij hadden meegemaakt. Zij en hun naasten kregen te maken met onverschilligheid en er was weinig steun en belangstelling voor hun vaak traumatische ervaringen.

Excuses en erkenning

Drie jaar geleden bood de Nederlandse regering haar excuses aan. Excuses aan de bevolking van Indonesië voor stelselmatig en extreem geweld door Nederlandse militairen tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Maar ook excuses aan iedereen in Nederland die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven, inclusief de veteranen die zich destijds als goed militair hebben gedragen.

Die erkenning nodigt ons uit het herdenken in een breder perspectief te plaatsen.
Niet alleen door stil te staan bij het leed dat anderen is aangedaan, maar ook door kritisch te kijken naar onze eigen rol in de geschiedenis. Dat is een kracht. Een volk dat in staat is om te leren van geschiedenis en deze blijft herdenken, is een volk dat harder kan werken aan verbondenheid en vrede. Dat vraagt om bereidheid om open en zonder vooroordelen naar elkaar te luisteren. Dat vraagt om het hebben van wederzijds begrip en respect. En het vraagt om het besef wat voor impact ons eigen gedrag op anderen heeft.

Voor de slachtoffers van toen en voor iedereen die de sporen van die vreselijke periode in onze geschiedenis nog bij zich draagt – in eerste en de volgende generaties – dragen wij de melati. Zoals de geur een lang vergeten herinnering kan oproepen, zo staat de afbeelding van deze bloem symbool voor het niet-vergeten. Het niet vergeten van een verleden; een geschiedenis.

Laten we blijven gedenken en niet vergeten en onze vrijheid koesteren als heel bijzonder.

Dank u wel.

Geplaatst op 15 augustus 2025, 19:15 Gewijzigd op 15 augustus 2025, 15:18

Nieuws