Landelijk is besloten om vanaf 1 juli de aflostermijn voor schulden te halveren, van 36 maanden naar 18 maanden. Met deze wijziging hoopt de overheid dat inwoners met schulden zich eerder melden én dat ze sneller hun leven weer op de rit hebben.
Schuldhulpverlening
Sinds 2012 zijn gemeenten verantwoordelijk voor schuldhulpverlening. Als een inwoner schulden heeft, wordt er met de schuldeisers een afspraak gemaakt om de schuld af te lossen. Dit heet de minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (Msnp). De inwoner lost maandelijks een bedrag af, afhankelijk van het inkomen. Na afloop van de aflostermijn wordt de resterende schuld kwijtgescholden.
Halvering aflostermijn
Tijdens de aflostermijn moet de inwoner van het absolute minimum zien rond te komen. Dit heeft veel impact op het welzijn van de inwoner. Door de aflostermijn te halveren, van 36 maanden naar 18 maanden, kunnen inwoners weer sneller verder met hun leven. Ook wordt met de halvering van de aflostermijn de drempel naar hulp verlaagd en is de verwachting dat inwoners zich sneller melden bij schulden.
Hulp zo lang als nodig
Na afloop van de aflostermijn is het niet zo dat de schuldhulpverlening stopt. De inwoner wordt zo lang als nodig ondersteund. Bijvoorbeeld met budgetbeheer of het inzetten van een budgetmaatje.
Lees meer over schuldhulpverlening op de pagina Hulp bij schulden.